’Staat je goed, Loutje!’, twitterde ik donderdagavond bij een
fotootje dat ik maakte van het zojuist in roze vest gestoken standbeeld van
Laurens Janszoon Coster op de Grote Markt.
,,Is het Loutje of Lautje?’’, reageerde iemand prompt.
Tja, waarom zou je de naam Laurens (met ’au’) verbasteren
tot Loutje (met ’ou’)? En toch is dat tamelijk gangbaar in Haarlem. Lennaert
Nijgh deed het zo; ik hou zijn schrijfwijze aan.
Ook de Beeldengids van Haarlem meldt over het beeld van
Louis Royer: ’In de volksmond Loutje genoemd’. Met ’ou’.
Lautje is natuurlijk niet fout. Lourens trouwens ook niet.
Zie het opschrift van het monument in de Hout: ’Ter Eere van Lourens Janszoon
Koster’. Inderdaad, met een ’K’.
Ach, die Loutje. De enige Laurens Jansz. Coster waarvan we
zeker weten dat hij heeft bestaan, was lid van het Heilig Kerstmisgilde en
woonde op de hoek van de Jansstraat. Maar hij is van net te jonge datum om vóór
1440 de boekdrukkunst te hebben kunnen uitvinden. Een andere Laurens Jansz.
ligt sinds 1439 begraven in de Grote Kerk. Maar die heet geen Coster.
Stiekem weten we dat deze twee figuren door elkaar zijn
gehusseld, en de rest van het verhaal er zo rond 1560 door ene Jan van Zuren is
bij verzonnen.
Hoe je die te koesteren man met kamerjas en mutsje, die zo
trots zijn chocoladeletter ’A’ omhoog houdt, precies noemt, maakt dus eigenlijk
niet zo heel veel uit. Kijkend naar dat roze vestje en dito handtas, zeg ik:
vandaag heet ze voor mijn part Louise.
(Ook gepubliceerd als '60 Seconden' in HD van 7 juli, Roze Zaterdag)
1 opmerking:
Ik vind vooral dat we die Jan van Zuren moeten koesteren.
Een reactie posten