Toegegeven, het heeft ook nadelen. Voor
de frisdrankautomaat op het werk moet ik regelmatig bietsen. Dat ding heeft
geen betaalgleuf.
Hoe groot is daarentegen het genot dat ik van dat mallotige
Nederlandse afronden aan de kassa af ben. Het is geen principieel bezwaar dat
ik daar tegen heb hoor, ik miste gewoon de cent. Met mijn pinpas heb ik de cent
weer terug. Al is die dan van plastic.
Mijn twee vaste supermarkten hebben
tegenwoordig een pinkassa, wat ik toejuich. Een daarvan heeft ’m sinds een week
of twee, en daar heeft de caissière noodgedwongen tijdelijk een nieuw zinnetje
aan haar vaste repertoire toegevoegd. Naast ’Goedemiddag’, ’Wilt u de bon’ en
’Fijne dag nog’, klinkt er: ’Meneer/mevrouw, u weet dat u hier alleen kunt
pinnen?’ Ik knik daarop met een glimlach.
Maar dan blijkt dat nog niet álles wil
vlotten. Bij het afrekenen van boodschappen ter waarde van 7,32 euro, klinkt
nog altijd: ,,Dat is dan 7 euro 30.’’ Fout! Ik pin! En met liefde betaal ik die
twee extra centen. Al zijn ze van plastic.
(Eerder verschenen als '60 seconden' in Haarlems Dagblad van 16 april)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten