Menselijke schedels hebben de intrigerende
eigenschap áltijd te grijnzen. Tot aan de beide kaakgewrichten, alle
resterende tanden bloot.
Zo ook Cornelis. Zo heet hij vanaf nu, de 35 tot 45 jaar oud
geworden 15e-eeuwse Haarlemmer die begin 2012 werd opgegraven op de
Botermarkt en sinds najaar 2014 ligt ’opgebaard’ in een glazen kist in
het Archeologisch Museum.Cornelis krijgt een gezichtsreconstructie en daarmee zijn smoeltje terug. Ik ben meer dan benieuwd. Sinds ik bij Bureau Archeologie een paar jaar terug mocht helpen bij het bij elkaar passen en plakken van middeleeuwse skeletresten als die van Cornelis leven deze stadsgenoten een beetje voor me.
Het Archeologisch Museum nodigt kinderen vanaf donderdag uit een tekening te maken van hoe zij denken dat Cornelis-van-vlees-en-bloed eruit zag. De prent die in oktober het meest lijkt op de professionele reconstructie wint een prijs. Leeftijdstechnisch ben ik uitgesloten van deelname. Ik teken mijn eigen Cornelissen in m’n hoofd, maar kom eigenlijk niet verder dan wat slagen in de lucht. Die malle scheve hoektanden van ’m, die weggeslagen neus...
Zo breed als zijn onbeklede doodskop zal Cornelis straks niet grijnzen, zoveel lijkt me zeker. Maar ik zal hem toelachen straks, dat weet ik ook.
Eerder geplaatst als 60 seconden in HD van 2 juni
copyright RS |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten