Tussen alle Bavo-bezoeken
om daar het archeologische graafwerk te volgen, was ik maandag bij mijn
ouders. Mijn vader was net terug van een staaroperatie en voelde zich
niet zo fijn. Hij wilde wel even slapen. M'n moeder (81) keek me aan. Ze
is Mug, overtuigd Mug. ,,Dus vandaag is de laatste dag dat je die
dingen kunt zien in de Bavo...?'', vroeg ze.
Lang verhaal kort: Ik heb haar op de bus gezet, en ben op de
fiets achter haar aan gereden. Op het Verwulft heb ik haar weer
opgepikt, en zijn we samen verder gelopen. Ze genoot.
Een dag later klim ik met stadsarcheologe Anja van Zalinge naar
de hogere delen van de kerk voor een overzichtsfoto. Om daar te komen
moet je onder meer over een smalle houten loopplank tussen dak en
gewelven - een belevenis op zich. Iets later zit ik tussen de
vleermuizenpoep en naast een dood vleermuisje. Het uitzicht is
overweldigend.
Maar er is nog iets. Daar boven, op die smalle kerkgalerij, is
de muur volgeschreven met namen en data - zoals je in kroeg-wc's wel
ziet, al zijn de handschriften verzorgder en de data ouder: 1948, 1907,
1867... Terwijl we ons verbazen over deze oude 'I was heres' valt mijn
oog op de neergekalkte naam van Gerardus Nicolaas de Klerk, geboren 1863, bij tijd van schrijven 19 jaar oud. De meisjesnaam van mijn moeder is De Klerk. Geen idee of dit familie is.
Eerder geplaatst als '60 seconden' in Haarlems Dagblad van 13 februari.
donderdag 13 februari 2014
Abonneren op:
Posts (Atom)