donderdag 24 juli 2014

Twee meisjes

Toen ik Puck hoorde, brak ik. In de verwarring en onbegrijpelijkheid van een zinloze ramp was er opeens via 3FM een meisje van twaalf dat een liedje aanvroeg voor haar vriendinnetje. Dat vriendinnetje was een dag eerder, met nog 297 anderen, uit de lucht geschoten in een conflict dat ik niet beter kon begrijpen dan Puck. Haar vriendinnetje was elf en zou een dag later twaalf zijn geworden.
Ze waren laatst op kamp geweest. Haar vriendinnetje had haar getroost. De ouders van Puck liggen in scheiding namelijk. Puck wist ondertussen dat haar vriendinnetje zich zorgen maakte over haar vakantiebestemming. Maleisië, was dat nou wel zo veilig? Puck had haar verteld dat het wel mee zou vallen.
Omdat ik mijn gedachten allang niet meer kon ordenen over separatisten, Poetin, schuldvraag, Rutte, gevolgen en wat in deze eigenlijk nog menselijk is; geraakt bovendien door een klein verhaal en behept met een nieuwsgierig karakter, heb ik Puck en haar vriendinnetje op internet opgezocht.
Ik vond ze. Ze bleken bijna om de hoek te wonen. Maar meer nog: ik zag twee ongelooflijk levenslustige en creatieve meisjes met een leven en wereld voor zich.
Een van hen is dus uit de lucht geschoten.
En ja, dat vertelt mij zoveel meer over wat er daar donderdag nogal ver weg is gebeurd.

Eerder verschenen als '60 seconden' in Haarlems Dagblad van 22 juli 2014

zaterdag 19 juli 2014

Hansje Brinker

Soms denk ik aan Hansje Brinker. De uitdrukking 'Tegen wil en dank' moet voor hem zijn bedacht. De arme jongen wordt van heldendaden beschuldigd die hij nooit pleegde. Hoe kun je je daar tegen verzetten?
Deze week nog, wijdde de krant een stukje aan hem: de grote kleine Hansje Brinker die in zijn goeiigheid op een avond koekjes gaat brengen naar een blinde man. Op de weg terug bemerkt hij een gaatje in de dijk. Hij snapt het gevaar en redt volk en vaderland door zijn vinger in het gaatje te proppen.
Hansje peutert in mijn gedachten nog eens in zijn neus en denkt: 'Maar dat was ik niet.'
De sage komt uit het kinderboek 'Hansje Brinker or the Silver Skates' van de Amerikaanse schrijfster Mary Mapes Dodge uit 1856. In hoofdstuk 18 wordt tijdens de leesles in een klas in Engeland (!) een verhaal gelezen over een Haarlems jongetje: 'a sunny-haired boy of gentle disposition'. Déze, verder naamloze jongen, pleegt in dat verhaal de heldendaad. Niet Hansje, die is niet eens toehoorder van het verhaal.
Dat er in Spaarndam een spuuglelijk beeld is neergezet, zal Hansje niet kunnen schelen. Hij zal erom grinniken dat de kunstenares de dijk heeft verbeeld als iets wat vooral lijkt op een flinke hoop stront. Maar dat verdorie zijn naam aan deze flauwekul wordt verbonden, dat zeurt. Hij voelt het in zijn maag.
Ik gun Hansje zijn eigen beeld.

 (Eerder als '60 seconden' verschenen in Haarlems Dagblad van zaterdag 19 juli)

© Richard Stekelenburg