zaterdag 28 maart 2009

Welkom in Haarlem

Ik had nog een foto beloofd van een mooie graffiti onder het Stastokviaduct in de Zuiderpolder. Navraag bleek dat deze eind vorig jaar gemaakt is op uitnodiging van de wijkraad aldaar door een paar jonge spuitbusartiesten onder leiding van ervaren graffitizetters Ron en Sandro. Het gaat om: Pauline Meijer, Max Noordenbos, Bart Koenes, Niels Bot, Beate Haije, Mees (allen 12 jaar), Oldriska Dekker en Naomi (13 jaar), Daisy (14 jaar) en Kris Noordenbos. Zie ook hier. En voor het filmje hier.

Met een list kon ik 'm deze week alsnog, zij het klein, geplaatst krijgen bij een artikel in HD en wel als tegenwicht voor de algemene aanname dat graffiti het gevoel van onveiligheid vergroot en de leefbaarheid bedreigt.

Hier nu nog even GROOT (althans voor de aanklikkers)


woensdag 25 maart 2009

Oude Amsterdamse Buurter

Ben ik een Oude Amsterdamse Buurter? Ik ben een Haarlemmer, dat is zeker. Ik hou van mijn stad, van zijn verhalen, zijn historie, zijn mooie plekjes, de Bavo, het Spaarne en van Loutje Coster.
Natuurlijk mopper ik ook wel eens op Haarlem. Als er op een mooie vrijgekomen plek iets wanstaltigs wordt gebouwd. Of omdat fietspaden in deze stad nog wel eens vermomd gaan als hindernisbaan voor doorgewinterde survivalaars.
Maar laat geen Amsterdammer iets naars over Haarlem zeggen. Die jaag ik bij wijze van spreken eigenhandig en wel direct met pek en veren de stadspoort uit… Oprotten. Op die poort kom ik straks nog terug.
Ik ben geboren in Europawijk en koester in sepia gekleurde herinneringen aan eindeloze middagen spelen in de Zwitserlandstraat en in het Engelandpark. Ik ben in die zin een Europawijker.
Ik heb in de Slachthuisbuurt gewoond en merk dat ik het kleinste berichtje uit de Byzantiumstraat, Pladellastraat, Merovingenstraat, Diederikstraat, Kruistochtstraat of Hannie Schaftstraat met net dat beetje meer aandacht lees. Dat maakt me een klein beetje een Slachthuisbuurter.

Ben ik een Oude Amsterdamse Buurter? Toen ik deze column schreef en me dat afvroeg, keek ik even op van mijn toetsenbord en uit het raam. Vanuit mijn werkkamer kijk ik op de Amsterdamse Poort. Ik noemde hem net al. Hoewel de geschiedenis waarschijnlijk, net als zoveel Haarlemse verhalen, meer op fantasie dan op werkelijkheid berust, kan ik in gedachten Kenau kokende olie over de rand en over de hoofden van de Spaanse belager zien gooien. Achter de Poort zie ik de hoge schouders en de toren van de Oude Bavo en ik zie molen de Adriaan uitsteken boven de voormalige Fietsznfabriek.
Ik woon op het uiterste puntje van de Oude Amsterdamse Buurt en mijn blik is meestentijds gericht op het oude stadscentrum.

Maar toch. Als mensen mij vragen waar ik woon en ik ze uitleg dat mijn huis tegenover de Poort staat, op het hoekje van de Gedempte Herensingel en de Amsterdamsevaart, dan voel ik wrevel als ze met licht spottend lachje of met ongegeneerde blijk van afgrijzen informeren of dat ‘in die lelijke nieuwbouw boven het voormalige postkantoor’ is. Dat gebouw ‘met die zwembadtegels’.
Ja, daar woon ik. En het is niet het mooiste gebouw van Haarlem en de geschiedenisboeken laten zien dat deze hoek, waar héél vroeger het ‘Hofje van Severijnse’ gelegen was, er ooit fraaier uitzag. Maar het is waar ik woon en ik woon er fijn.
,,Je woont dus in de Amsterdamse Buurt’’, hoor je dan soms. ,,Veel buitenlanders daar. Veel troep op straat ook. Maarre... toch wel gezellig...?’’
Ja, toch wel gezellig…, zeg ik dan. In de Oude Amsterdamse buurt zit namelijk Fonshof, en dat is de mooiste snackbar van de stad. Wat heet: snackbar? Het is een theater! Kom maar eens kijken hoe Amsterdamse Buurters zich hier zondags op Studio Sport voorbereiden.
Dan leg ik ze uit dat een doorsnee megabestelling van ‘vier patat mayo, twee patat oorlog, drie kaassouflees en één frikadel, twee berenhappen met uitjes apart, één kipkorn, of weet je wat doe er maar twee, twee kroketten, en een loempia met saus (Wat voor saus? Loempiasaus natuurlijk, anders had ik wel een sateetje besteld, niet dan?!) ’, in mijn oren klinkt als púre poëzie. ,,Dat was hem zo?’’ ,,Ja, en doe effe een slaatje voor nu…’’ Dat ‘slaatje voor nu’ maakt het gedicht voor mij af, maar dat wil niet iedereen begrijpen.
Ik leg uit dat wij een bankje hebben voor bakker Verkerk waar bij het minste straaltje zonneschijn de ‘mannen van de buurt’ samenkomen om elkaar over de laatste stand van zaken te informeren. Ik ken hun namen niet, maar voel me vertrouwd als ze er zitten. Zolang zij hier zitten en elkaar op de hoogte houden, kan het met de buurt nooit echt fout gaan.
Ik leg uit dat het een schande is dat ze het pand van het oudste café van Haarlem, de Gedienstige Boer aan de Schalkwijkerstraat, waar al vóór Napoleon bier geschonken werd, dusdanig hebben laten verkommeren dat het vanzelf in elkaar zakte en dat de nieuwbouw die daarvoor in de plaats is gekomen pas echt pijn aan je ogen doet.
Ik vertel dat ik vaak helemaal niks nodig heb maar dan tóch graag even de Action in de Amsterdamstraat binnenloop om me te vermaken met dat merkwaardig gevarieerde aanbod in die winkel. En dat je bij Snelly echt gewéldig Surinaams eten kunt halen. En dat wíj in onze wijk het kleinste en dus liefste kinderboerderijtje van de stad hebben en wel in de 2e Vooruitgangstraat op nummer 8.

Het is waar: er ligt veel te veel troep op straat in deze wijk. En ook ik kijk met verbijstering elke woensdagochtend naar de half opengescheurde stapel vuilniszakken schuin bij mij achter, waarvan de vuilnismannen noodgedwongen genoeg zullen laten liggen om nog minstens een week ‘plezier’ van te hebben.
Daar mag ik op mopperen. Ik woon hier. In een van buiten inderdaad niet al te fraai gebouw. In een wijk die jaren geleden weliswaar een flink deel van zijn verleden en zijn uiterlijk door die verdomde palenpest is verloren, maar nooit zijn ziel is kwijtgeraakt.

Als ik ’s avonds om negen uur vanuit mijn werkkamer de Damiaatjes horen roepen, kijk ik even naar de Amsterdamse Poort en ontkom ik niet aan de gedachte dat ik volgens historische wetten nog een half uur heb om voor de nacht binnen de oude stadsmuren te geraken. Laat maar. Haal de brug maar op, laat het hek maar neer en sluit de poort. Ik woon in de Oude Amsterdamse Buurt en ik blijf ook vannacht hier.


Column op verzoek geschreven en voorgedragen op jaarvergadering wijkraad OAB op dinsdag 24 maart.

zondag 22 maart 2009

Stukkie om



Het was wel wat om, maar ach. Ik moest vanmiddag heel even op de redactie aan het Stationsplein zijn. Vervolgens zou ik met de trein naar Station Spaarnwoude rijden, om daar wat graffiti te fotograferen onder de fly-over.
De trein van 14.00 uur stopt echter niet op Station Spaarnwoude, merkte ik toen ik de Ikea voorbij denderde. Uitstappen deed ik dus pas op Sloterdijk.
Normale mensen zouden waarschijnlijk de eerstvolgende trein terugnemen. Ik besloot terug te gaan lopen. Een ruime 3,5 uur later was ik pas weer thuis, maar hé: onderweg wel het een en ander aan moois gezien!
(Aanklikken om te vergroten.)
























































































































































































































































































De graffiti-foto's hou je nog even tegoed...

vrijdag 20 maart 2009

Bezorgperikelen

Regelmatige lezers van mijn weblog kennen mijn problemen met de bezorging van de krant. Althans op zaterdag. In het tot nu toe laatste hoofdstuk had mijn bezorger een nieuwe manier gevonden om mij te laten weten dat hij wel degelijk de krant bij mij in de brievenbus stopte, en dat iemand hem er kennelijk vervolgens uit viste: hij belde me drie nachten lang om 5.10 uur mijn bed uit.
De voorlopige eindconclusie was dan ook: wat een flapdrol.
Inmiddels zijn we weer ‘goed’ met elkaar. Dankzij tussenkomst van het hoofd van de bezorgafdeling. Die legde me uit dat mijn bezorger toch echt zijn topbezorger was. ,,Volgens mij is hij tachtig jaar oud en bezorgt hij ook al tachtig jaar de krant’’, luidde de aanbeveling.
Dat hij bij in het holst van de nacht aan mijn deurbel hing, moest ik niet heel gek vinden. Elke klacht kostte hem een euro.
Dat was nieuw voor mij: dat een bezorger die een klacht krijgt meteen een euro gekort wordt op zijn salaris. Bleek daarbij dat drie van mijn telefoontjes doordeweeks over het gemis van mijn zaterdagkrant en over het vervelende aanbellen ook als bezorgklacht waren verwerkt en mijn bezorger dus ook geld had gekost. Met alle irritaties van dien.
Wat ik ook niet wist: dat ze op het distributiedepot de column over mijn bezorger die ik een paar maanden geleden voor de krant schreef (en ook op dit blog is geplaatst) trots op hun site hadden gezet.

Hoe dan ook, de betreffende verantwoordelijke zou het oplossen en aldus geschiedde. Ik heb vervolgens twee weken lang een soort sandwich aan kranten in mijn bus gehad, niet alleen op zaterdag maar op elke dag: één Haarlems Dagblad van de betreffende dag, één oude Telegraaf daarbovenop, en daarbovenop opnieuw een verse HD. Hier zou geen krantenvisser tegenop kunnen.
Wat een vondst! Wat een vernuft! Al heb ik na een paar dagen wel even overwogen de wethouder om plaatsing van een extra papierbak in mijn buurt te vragen, omdat, zoals gezegd, het probleem zich alleen op zaterdag voordoet en ik nu ineens wel heel veel krant in huis kreeg. Ik heb echter mijn welgemeende waardering uitgesproken voor alle inspanning en aangegeven dat alleen een extra krant op zaterdag op zich voldoende moest zijn om mij van al mijn brievenbusperikelen te verlossen. En sindsdien gaat het helemaal goed!
Nou ja, op een ander dingetje na dan: Ik ontvang sindsdien geen Parool meer, zelfs niet in nabezorging...

dinsdag 17 maart 2009

Even buiten spelen

Het was te mooi weer om de hele dag achter mijn computer te blijven zitten. Vanmiddag daarom toch maar heel even buiten gaan spelen. Camera mee.
Ik was al blij dat op de Nieuwe Weg een haan graag voor me wilde poseren. Toen even later langs de dijk een stel halsbandparkieten en twee prachtige jonge zwarte zwanen zich ook heel gewillig op de foto lieten zetten, was ik helemaal blij. Kijk zelf (aanklikken om te vergroten).





























































vrijdag 13 maart 2009

Biggen

-,,Het kan inderdaad simpeler. Met minder regeltjes. Wellicht.’’
-,,Waar heb je het over?’’
-,,Over de biggen.’’
-,,Biggen?’’
-,,Ja. Toen kinderboerderij De Houthoeve in de Hout vorig jaar twee biggetjes wilde aanschaffen, bleek voor het houden daarvan een vergunning nodig. Dat geldt niet voor geiten of pauwen, maar wel voor biggen. Nu zit er aan zo’n vergunningaanvraag vanzelf ook een wettelijke termijn voor een bezwaarprocedure vast, dus dat kost alles bij elkaar máánden.’’
-,,Wat een gedoe.’’
-,,Inderdaad. Het leidde zelfs tot schriftelijke raadsvragen van de VVD.’’
-,,Die vonden het niks?’’
-,,Vrijheid, blijheid. Ook voor biggen.’’
-,,En nu?’
-,,B en W komen deze week met een antwoord. De vergunning is bedoeld om het ongebreideld varkens houden van kleine kinderboerderijtjes midden in woonwijken tegen te gaan. Vanwege de geur. Daarnaast is het handig in het geval er een besmettelijke ziekte uitbreekt. Dan weten we in Haarlem in elk geval hoeveel varkens we hebben.’’
-,,Maar het kan simpeler?’’
-,,B en W verwachten van wel. Maar weten nog niet hoe. Gaan ze onderzoeken. De komende maanden...’’
-,,En die biggen van de Houthoeve?’’
-,,O, die waren een stuk sneller dan deze antwoorden, alweer een paar weken geleden zijn ze gearriveerd. Spekkie en Bacon heten ze. Ze maken het geweldig!’’