zaterdag 28 augustus 2010

Balm

,,Dan moet je bij Balm zijn.’’ Die mooie tip kregen we vaak deze week in Spaarndam. Bij ’n korte pauze met koffie aan de Westkolk, in het dorpshuis, of gewoon op de dijk.
,,Jullie zijn toch van de krant, met die pagina over Spaarndam? Als jullie nog een leuk verhaal zoeken...  moet je bij Balm zijn.’’
De tip biedt inderdaad legio mogelijkheden. De naam Balm hoort immers evenzeer bij Spaarndam als Tol bij Volendam. Zo ontmoetten we kunstschilder Pieter Balm, fietsenmaker Sjaak Balm en waren we te gast bij palingrokers Simon en Ton Balm. En sloegen daarmee een reeks aan Balmen over.
,,Dus jij maakt een stukje over Balm?’’, vroeg ik mijn collega. ,,Want ik ben vanmiddag bij Balm.’’ Het was niet dezelfde. Een kwestie van tussen de Balmen het dorp blijven zien.
Spaarndam was mooi om een week in rond te dwalen. En we hadden er moeiteloos nog twee weken aan vastgeplakt om erover verder te vertellen. Van alle intrigerende verhalen en anekdotes blijft de mysterieuze spreuk aan de Taanplaats mij het dierbaarst:
‘Eerst komt het leven, dan de strijd, daarna de dood en men is alles kwijt’
Het oude rijmpje verwijst  naar de drie molens bij Zaandam-oost genaamd Het Leven, De Strijd en De Dood. Palingroker Siem Balm, die aan de Taanplaats zijn bedrijf had, vond ’t een toepasselijke spreuk voor de tonnen paling die hier hun einde beleefden. Weer een Balm.

Verschenen in rubriek In 60 Seconden op laatste pagina Zomer in Spaarndam deze week (HD)



Zie ook hier (1) Zie ook hier (2) Zie ook hier (3) Zie ook hier (4)






donderdag 19 augustus 2010

Uitvogelen

Als Haarlem een Vogelenbuurt heeft, en dat heeft ze, waarom liggen de Valkestraat en de Gierstraat dan in het centrum? En is dat niet jammer?
Waarom dit soort vragen ineens boven komt drijven, weet ik niet, maar het geeft een mens wat te doen. Een opgeborrelde kwestie móet immers worden beantwoord. Al is het jammer dat ik geen geheugen heb voor triviale feitjes en het antwoord in zeven van de tien gevallen weer vergeet.
Om te beginnen is de Vogelenbuurt in Noord natuurlijk van veel latere datum dan genoemde straten. De buurt stamt van ná de annexatie van Schoten en de namen Reiger, Zwaluw- en Ooievaarstraat bestaan sinds 1932. De Eksterlaan heette tot 1970 trouwens ook -straat, maar werd op verzoek van een 94-jarige bewoonster vanwege de ’weelde aan bloeiende bomen’ tot laan geridderd. Al speurend kom je tot allerlei ’bij-feitjes’, die minstens zo leuk zijn. Het gekke is: die onthoud ik vaak wél.
Maar nu de Valke- en de Gierstraat. Is het jammer dat ze geen onderdeel zijn van de grote straatnamenvolière van Noord? Het onvolprezen ’De straat waarin wij wonen’ biedt uitkomst: de valk en de gier blijken in Haarlem géén vogels. Dat wil zeggen: de Valkestraat, die tot circa 1920 Valkesteeg heette (nog zo’n feitje) is waarschijnlijk vernoemd naar een eeuwenoud huis met de naam ’De Twee Valkckiens’. En de Gierstraat heet niet naar de aasetende roofvogel. Ook niet naar ’een spits toelopend stuk land’ trouwens, wat hier op zich best van toepassing is. Nee: op de hoek van de Grote Houtstraat en Gierstraat stond een beer- dan wel gierput. De straat is gewoon vernoemd naar stront. Deze ga ik onthouden.



vandaag ook verschenen in de rubriek In 60 Seconden in Haarlems Dagblad

maandag 9 augustus 2010

Otterlo

Mijn ouders (83 en 77 jaar) hebben een paar weken geleden de knoop doorgehakt. Hoewel de caravan al een paar seizoenen achtereen op eenzelfde plek in Nederland stond, hebben ze 'm verkocht, omdat het gezeul met jerrycans water, het legen van het wc'tje, het op- en afbreken van de grote voortent (al hoefde dat nog maar alleen aan het begin en eind van het seizoen) ze te veel was geworden. Ze hebben hem ingeruild voor een stacaravan. In Otterlo.
In Otterlo hadden ze hun allereerste vakantie. Ze waren nog niet getrouwd en de tocht erheen ging per fiets vanuit Haarlem. ,,Die van mij had jouw opa van allerlei onderdelen in elkaar gezet'', vertelt mijn moeder me.
Ze sliepen bij boer Kraak.

Waar de boerderij van boer Kraak - nu zo'n zestig jaar later - gebleven is, is nog even een raadsel. Er woont nog wel een Kraak in het dorp, vertelt het telefoonboek, en mijn vader zal het er nog wel eens gaan vragen.

Ik zou eigenlijk vorige week maandag al even gaan kijken, maar toen weerhield het slechte weer me ervan. Ik ben vandaag geweest, met de trein. Die zijn perfect gelukkig daar. Met zijn tweetjes in Otterlo.

maandag 2 augustus 2010

Fladderen

Ze fladderen tegenwoordig met zn tweeën voor mijn raam en balkon. Wel zo leuk.
Blijft lastig fotograferen. Dit is er één.


Zie ook eerdere aflevering: HIER