maandag 30 november 2009

Herfstige overpijnzingen

Al een paar keer schoof ik achter mijn toetsenbord om de kleine, maar trouwe schare lezers van dit blog niet wéér te confronteren met die koeienfoto, maar er kwam steeds weinig uit. November was dan ook wel een maand, zeg. Om stil van te worden. Hoewel najaar mijn favoriete jaargetijde is, is een zekere mate van herfstdepressie mij niet vreemd. Maar dit lijkt anders. Er hangt een gevoel van afscheid nemen in de lucht.
Ondertussen is het buiten alleen maar grijs, en zo is de herfst volgens mij niet bedoeld.

RaDa voorts, beleeft middels gastschrijvers een merkwaardig leven na de dood, dat er van mij niet had hoeven zijn. Het is Queen zonder Mercury. Zet ‘m dan maar uit Marius, zeg ik. Wat volgens mij trouwens niet nodig is; één keer per week van jou een stukje of desnoods één keer per twee weken, daar valt heel goed mee te leven. Maar ik klik wél naar RaDa voor de overpeinzingen en spitsvondigheden van ene Marius Jaspers, en niet voor bijhobbyende amateurfilosofen en Rozenprieeladverteerders.

Er is een rel gaande over kunst. Een rel van niks eigenlijk, maar gereld wordt er. Oud-postbode Aart van der Kuijl, die na zijn studie kunsthistorie nog steeds weinig meer van kunst weet dan wat hij uit zijn hoofd heeft geleerd, is gespeeld verbolgen over het feit dat de gemeente hem de vraag heeft voorgelegd of zijn Vishal-expositie, die wegens verbouwing van de Vishal een plekje in de refter van het stadhuis had gekregen, niet beter ergens anders kon worden gehouden. Voor afgerukte neuzen, penissen met bloemenkelken en vier aan elkaar geplakte tieten met een kut was een expositieruimte waar mensen doelbewust heengaan om naar kunst te kijken misschien meer geschikt, dan een ruimte die elke donderdagavond bevolkt wordt door buurtbewoners en hun kinderen die bezwaar komen maken tegen het verdwijnen van een speeltuintje bij hen voor de deur. Ik hou wel van die gespeelde verbolgenheid van Aart. Aart is hartstikke blij met alle aandacht. Het is de serieuze boosheid van anderen die me stoort. Het verzoek van de gemeente heet bij hen inmiddels ‘een ontruiming’ en er wordt heel hard ‘schande’ over geroepen. De kunst is bedreigd. Jaja.. Uit leeghoofden klinken grote woorden immer hol. Ik wens dat soort moord en brand gillende arrogante snobs graag echte rampen en bedreigingen toe.

Zaterdag was het zeven jaar geleden dat Lennaert Nijgh overleed.

Ik was vanmorgen in het ziekenhuis. Voor een onderzoek dat weinig om het lijf had overigens, al kunnen er nog wel wat vervelende ongemakken uit gaan voortvloeien. Het was de eerste keer dat ik in slaap werd gebracht voor een medisch onderzoekje. Ik was binnen vijf seconden verdwenen. Slaapverwekkend beroep toch wel, anesthesist.

Daarna heb ik een bezoek gebracht aan de daar nu al twee wekende verblijvende goede kennis. Je wordt niet voor niets met spoed in het ziekenhuis opgenomen om er twee weken te blijven. Met uitzicht op méér. Het was goed om bij te kletsen. Hij heeft morgen zijn zoveelste onderzoek en het is zo langzamerhand wel  nodig dat de dokters vinden wat ze zoeken. Hopen dus maar.

Dit alles gezegd hebbende, geef ik tot slot een dikke kus aan Z. Met of zonder rosato (ik heb ook liever rode wijn in de herfst). Z had ook een moeizame november las ik.

zondag 8 november 2009

Mist

Prachtige wandeling gemaakt door de polder. Tot ik door de mist Haarlem weer binnenkwam.






(aanklikken om te vergroten)

donderdag 5 november 2009

Vader en dochter



Ontdekte dit prachtige filmpje via site van een vriendin.
Verder geen woorden bij nodig.

dinsdag 3 november 2009

Adelboden

Het voert te ver om uit te leggen waarom, maar iemand sms’te mij vandaag iets over Adelboden.
Dat roept herinneringen op.
Niet aan Adelboden overigens. Ik weet dat het een bergdorpje in Zwitserland is, dat populair is bij toeristen. Ik ben er zelf nooit geweest.
Adelboden brengt me daarentegen terug naar een klein, vochtig huis in de Meester Joostenlaan in Haarlem. Het huis van mijn oma.

Waarom weet ik niet, maar ik was de lievelingskleinzoon van mijn oma. Of ik daar nou bij moet vertellen dat mijn oma niet zoveel met mensen had, weet ik niet. Mijn oma had meer iets met dieren, vogels in het bijzonder. Dagelijks sneed ze kilo’s witbrood in blokjes om voor en achter het huis op het stoepje te gooien. Dat brood kocht ze bij Simon de Wit aan het begin van de Grote Houtstraat, ook toen dat allang Albert Heijn heette. Daarnaast liet ze, ik denk één keer per maand, twee grote zakken duivenvoer brengen. Ook voor op straat. Tot ergernis van de buren, die met lede ogen hun goten zagen dichtslibben met duivenstront. Maar goed, die mensen deugden niet, aldus mijn oma.
Dat broodmes heb ik. Na haar overlijden op 23 december 1992 op negentig jarige leeftijd wilde ik alleen dat mes, het voorwerp waar ze in haar hele leven waarschijnlijk het meest van al haar liefde had ingestopt.

Maar behalve dat mes heb ik nog iets. En zo kom ik terug op Adelboden. Ik ben in het bezit, officieel geërfd, van een koeienhoorn voorzien van een geschilderd Zwitsers kruis en Edelweiß, een rood/wit koord, een fluit en de handgeschreven tekst ‘Adelboden’.
Het hing prominent aan de muur van de voorkamer in het huis van mijn oma en het oefende een onweerstaanbare aantrekkingskracht op me uit toen ik vijf, zes, zeven jaar oud was. God, wat had ik er niet voor over om daar eens op te mogen blazen. En nog wel uit Zwitserland! Terwijl wij in de Zwitserlandstraat woonden! Het kon allemaal geen toeval zijn.
Nog voordat ik goed en wel wist wat ‘dood’ betekende (hoewel ik mijn opa verloor toen ik nog geen zes jaar was en mijn andere opa en oma nooit heb gekend) beloofde deze oma van mij, dat deze Zwitserse hoorn ooit van mij zou worden. Als ze dood was. En dat bedoelde ze niet als een grapje.
De laatste vijftien jaar van haar leven is mijn oma druk geweest om vrijwel al haar prullaria (het was echt geen rijkdom) te voorzien van stickertjes met daarop de naam van wie het zou toekomen als ze kwam te overlijden. Dat had voor de familie iets ongemakkelijks. Zo werd een meegebracht souvenirtje of cadeautje óók direct van zo’n stickertje voorzien.
De hoorn uit Adelboden had een stickertje met mijn naam erop. ‘Deze is straks van jou, hoor!’, verzekerde ze me regelmatig, ook toen ik al tot over mijn oren in de pubertijd zat en echt andere zaken begeerde dan de koeienhoorn van mijn oma.

Het was haar enige echte vakantie geweest. Samen met mijn opa en een stel vrienden. Begin jaren vijftig. In Adelboden. En ze heeft dikwijls verteld, dat ze daar de allerlekkerste wijn heeft gedronken die er in de wereld bestond: Muscadet! Toen en nooit meer. Wat mijn ouders later ook voor Muscadet voor haar inschonken, het haalde het nooit bij de zoete herinnering aan dat Zwitserse bergdorpje van niet lang na de oorlog.

Ik heb het plakkertje destijds van de hoorn gehaald, en hij hangt bij mij niet prominent aan de muur, maar ligt netjes in een kast. Maar ik heb 'm wel: de koeienhoorn van mij oma. Uit Adelboden.

maandag 2 november 2009

Waar is dit?

Wat is dit? En waar?


Een kleine hint: het vlak bij hier:



Inderdaad, ook de foto's van Brighton, waar ik 5 september mijn verjaardag vierde bij Kix (inmiddels bevallen van een prachtige zoon) staan nu eindelijk on line.
En wel hier. En er zitten mooie bij, al zeg ik het zelf.

zondag 1 november 2009

Onderweg

U herinnert zich het onvolprezen programma Die schönsten Bahnstrecken Deutschlands nog?
Het bestaat niet meer. Speciaal voor de liefhebber maakte ik een kleine variant: Die schönsten Bahnstrecken Deutschlands und Östereichs! En voor een ieder die zich toch nog afvroeg hoe het nou is, met de trein vanuit Wenen naar huis?


Wenen? Die foto's had u nog tegoed. Hier.
De foto's van 'onderweg' zijn ook hier te bekijken.