Een
uurtje alle lichten, de tv en ook de pc uit voor het goede doel, vind
ik één keer per jaar best heel aardig. Het gevoel dat te doen met een
ontelbare hoeveelheid mensen over de hele wereld tegelijk, geeft mij in
m’n uppie thuis zelfs een knus gevoel van saamhorigheid.
Ik doe daarom al een paar jaar met liefde mee aan Earth Hour.Vorig jaar telde ik tijdens dat ’aardse uur’ kijkend uit het raam van mijn woonkamer in Haarlem-Oost, 43 opstijgende vliegtuigen. Maar hé, als ik ergens een druppel op een gloeiende plaat kan gooien, doe ik dat graag.
Dit jaar pakt Haarlem Earth Hour groots aan. Als de lichten vanavond om 21.30 uur weer aan mogen, treedt VanVelzen op, op de Grote Markt. Stevig versterkt en uitgelicht door felle spotlights. Dat gebeurt met groene stroom weliswaar, maar toch... Stroom is stroom. En dan hebben we het nog niet eens over de energie die het gaat kosten om de boel op het plein weer aan kant te krijgen.
Organisator Wereld Natuur Fonds wil op deze manier graag ’in bredere zin’ aandacht vragen voor het energievraagstuk. Ik snap die boodschap wel. En ze is sympathiek. Maar het wringt. Ergens heb ik het idee dat mijn druppel dit jaar al verdampt is, lang voordat hij de gloeiende plaat heeft kunnen bereiken.
(Eerder als '60 seconden' verschenen in Haarlems Dagblad van zaterdag 29 maart)