Het voelt niet goed, deze massale slachting. Dit zijn bomen die in al hun zwijgzaamheid decennia, zo niet eeuwen aan stadsgeschiedenis meedragen. Ze hadden het bovendien in zich om mij met nog eens decennia of eeuwen te overleven. Want zo hoort dat met bomen.
De aanval was even laf als brutaal. Zoals de Spanjaarden de Haarlemmers ooit laf voor de stadspoorten hangend uithongerden. En de Fransen brutaalweg de Grote Kerk inrichtten tot militair stallencomplex. Een beetje wind valt niet in juli aan, als de bomen hun zwaarste bladerkronen dragen. Een beetje wind wacht tot na oktober, als zij hun bladeren hebben laten vallen en hun kale takken vrij kunnen laten zwiepen in een verbeten maar eerlijke strijd. Wind met een greintje karakter geeft hooguit een nabrander eind februari of begin maart. Maar dan moet het over zijn.
Na de storm ben ik gaan kijken bij een mij altijd vrolijk makende treurwilg uit mijn jeugd in Schalkwijk. Hij stond er nog. Maar treurde in mijn beleving voor het eerst.
Eerder geplaatst als 60 seconden in HD van 28 juli.