Na de week van de witte winter is er het weekend van het de wonderbaarlijke lente. Waar zeven dagen geleden geschaatst werd, glijden bootjes door het water. Skibroek en sneeuwboots zijn geruild voor short met gympen.
Foto RS |
Het voorjaar heeft zich vroeg aangediend en dat brengt een vrolijkmakende verwardheid met zich mee. Ik was alleen vergeten, dat er nog iets is, dat de lente aankondigt. Los van de krokus, de zingende merel en de om aandacht roepende nijlgans hier bij mij tegenover zijn daar: mannen die gehelmd zinloze rondjes op hun idioot blèrende motorfiets gaan rijden. Schaatsen in het vet, brulijzer uit de schuur.
Ik heb het nooit begrepen. Dat je, op de eerste dag dat je vogels kunt horen roepen, de jonge natuur kunt ruiken en de lentezon op je bakkes kunt voelen, jezelf in leer hijst, je hoofd in een bloempot steekt en gehuld in eigen benzinedampen en teringherrie rondjes gaat rijden. Hoe helpt dat tegen een midlifecrisis, vraag ik me altijd af.
Dat het anno 2021 überhaupt nog mag, dat mensen hobbymatig enorme geluidoverlast veroorzaken, snap ik evenmin. Dat je in je eigen herrie gaat zitten, is tot daar aan toe. Maar mijn hemel... Ik heb motorrijders onder mijn liefste vrienden (vage kennissen nu, vrees ik) en fijne collega's en ik weet: ze zijn doof. Alleen de uitzondering maakt herrie, is het vaste antwoord. Nee-hee! Ik woon aan een druk kruispunt en geloof me.... Ik wil er een camera met geluid op zetten: zeker negen van de tien motoren klinkt minstens twee keer harder dan welke auto ook. Zelfs mijn nijlgans van de overkant krijst daar niet overheen.