,,De dokter vraagt of u vanmiddag om 5 uur even langs kunt komen. Hij wil wat met u bepraten. Neemt u uw kat mee.''
Dat was het dan, zoveel was wel duidelijk. Dit was gisteren.
Woensdag was ik zoals afgesproken met Oeps naar de dokter geweest. De drie weken waren om. Nu moest blijken of de medicijnen waren aangeslagen.
Ik had er een dubbel gevoel over. Aan de ene kant vond ik dat het beter ging met Oeps. Hij was wat allerter, iets actiever en - niet onbelangrijk - hij pieste gewoon weer op zijn bak. Aan de andere kant: hij at dramatisch slecht. Hij is nooit een goeie eter geweest, maar dit leek ernstig op zichzelf doodhongeren.
Dat zijn bloedwaarden nauwelijks waren verbeterd, had ik niet verwacht. Het belangrijkste was nu echter dat Oeps zou gaan eten, vond de dokter. ,,Het maakt eigenlijk niet meer uit wat...'' Als 'ie niet snel méér ging eten, zou het hoe dan ook echt moeilijk gaan worden.
Oeps kreeg twee injecties: één om de bloedtoevoer naar zijn nieren te versterken en één om de eetlust op te wekken.
Ik kreeg een blikje voer in pastavorm mee en twee injectiespuiten. Desnoods moest Oeps onder dwang worden gevoerd, wilde hij nog een kans maken, zo was de boodschap.
Woendagavond laat, na een uur lang te hebben geprobeerd hem te verleiden toch zelf wat te eten, heb ik 'm wat eten ingespoten. Dat voelde raar.
Donderdag was Oeps er niet goed aan toe. Die middag heb ik hem weer voedsel ingespoten, maar de situatie verslechterde vervolgens slechts. Ik had hem eerlijk gezegd nog nooit zo beroerd gezien. Oeps was zelfs geen schim meer van de Oeps van pak 'm beet twee dagen eerder.
Toen ik hem donderdagavond laat, na een lange zit bij de raadscommissievergaderingen op het stadhuis, aantrof, was hij op sterven na dood. Lopen was waggelen, de blik in zijn ogen was verdwaasd, de hele - schokkerige- houding ongecontroleerd en verward. Oeps was een hopeloos en deerzinwekkend brokje ellende.
Ik ben met hem op mijn borst op bed gaan liggen. Na tien minuten hoorde ik hem zachtjes knorren. 'Dit zou wel eens zijn laatste nachtje kunnen zijn', bedacht ik me. Verdomme!
Vrijdagochtend leek hij een beetje beter, maar dat weet ik niet zeker. De wens is in deze vaak vader van de gedachte. Ik ben naar mijn werk gegaan en heb de dokter gebeld. Die was bezet.
Tussen de middag ben ik even naar huis gegaan, voor een broodje voor mezelf en wat eten voor Oeps. Ik durfde hem geen voeding meer in te spuiten. Dat hij ineens zo slecht was, moest te maken hebben met het plotselinge eten dat hij via die weg binnen had gekregen. Dat kon hij kennelijk niet meer verwerken. Hij at een paar hapjes vrijwillig.
Terug op mijn werk kwam dat berichtje van de doktersassistent.
Ik kon gelukkig wat eerder naar huis. Na drie kwartier met Oeps te hebben rondgelopen en gekletst - ik geef het onmiddelijk toe: ik ben daar een complete dweil in! - ben ik met loden schoenen en Oeps naar de dierenarts gegaan.
,,Het gaat niet goed he?'', zei de dokter. ,,Nee'', zei ik.
Ik vertelde hoe de afgelopen dagen waren gegaan. Over het eten, het niet poepen, zijn enorme achteruitgang en mijn theorie daarover. De dokter keek naar Oeps. ,,Dat mag niet de reactie zijn. Heeft ie zich soms verslikt bij het eten inspuiten?'' ,,Nee.'' ,,Gek hoor.''
,,Ik heb je eerlijk gezegd laten komen met het voorstel om hem te laten inslapen...'', zei de dokter.
Ik zei dat ik dat al had begrepen. Dat ik het wel lastig vond. Ik had aan zijn toon gemerkt, dat de dokter ook twijfelde nu hij Oeps zag.
De dokter keek nog eens naar Oeps. ,,Het is ook wel lastig'', zei hij.
Toen keek hij naar mij en zei: ,,Durf je het aan om het toch in elk geval dit weekend nog aan te kijken met hem? Want dan...''
Tot bijna vermakelijke woede en agressie van Oeps (Kijk toch eens wat een leven daar nog achter zit!) heeft de dokter hem daarna gelaxeerd. Even later liep ik terug naar huis. Met Oeps, nieuwe blikjes voer en een nieuwe spuit.
Thuis bleek dat Oeps zich onderweg volledig had ondergepoepd. Arme beest, de laxatie had gewerkt.
,,Als Oeps dood gaat en je vindt het niet prettig hem bij de dierenarts achter te laten, mag je hem wel bij ons in de tuin begraven'', zei mijn moeder even later aan de telefoon.
Vooralsnog stapte Oeps vanochtend, naar omstandigheden, redelijk monter door het huis.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Wat akelig allemaal. Vreselijk om voor God te moeten spelen. Sterkte ermee!
Een reactie posten