woensdag 17 juni 2009

Wed-dén-schap... Wed-dén-schap... Wed-dén-schap..

Beloofd is beloofd, dus ik ga alvast gewillig door het stof. En die borrel is verdiend.
Waar gaat dit over? Over de Damiaatjes.
Laat ik voorop stellen dat ik allerminst een hekel heb aan die belletjes. Het nonsensverhaal over deze klokjes is wat Haarlem Haarlem maakt. Handen af dus van de Damiaatjes. En elke zichzelf Haarlems beatdichter noemende postbode die ze het zwijgen op wil leggen, mag van mij met pek en veren de enig overgebleven stadspoort worden uitgetrapt. Ik woon toevallig bij die poort, dus dat komt goed uit. Het kan maar duidelijk zijn waar je als mens staat.

Een vraag van heel andere orde is: hoe lang duurt dat geklingel van die klokjes nu eigenlijk?
Ik kwam daar gisteravond laat over te spreken met dichter Jan Kal op het terras van café Koops. Hij vertelde dat hij ooit had voorgesteld om de Damiaatjes wat korter te laten klinken. En wel precies 12 minuten en 19 seconden - dit als verwijzing naar het jaar 1219, het jaar van de vermeende verovering van Damiate.
Prachtig idee, vond ik. En het was niet eens zoveel korter dan dat ze nu klinken, floepte ik eruit. Om me vervolgens te beseffen dat ik eerlijk gezegd niet zou weten hoe lang die Damiaatjes nu eigenlijk klingelen. Een kwartiertje, toch?
Een half uur, zei Jan Kal beslist. Dat leek me echt véél te lang. Ik mijn naamgenoot, de barkeerper geraadpleegd. Hij ergerde zich elke dag dood aan die klokjes, maar had geen idee hoe lang die dagelijkse ergernis nu eigenlijk precies duurde.
Welnu, dat gegeven sterkte mij voor een fors potje bluffen. De logica hiervan zal menigeen vermoedelijk ontgaan, maar bedenk dan dat we: op het terras van Koops stonden, het al wat later op de avond was en dat we daar niet waren gekomen om melk te drinken.
Aldus hebben Jan Kal en ik nu een weddenschap. Een half uur versus een kwartier.

Op het moment dat we elkaar de hand gaven om de weddenschap te bezegelen, wist ik al dat ik schromelijk zou gaan verliezen. Natuurlijk was een kwartier niet lang genoeg om van de weilanden om Haarlem tijdig binnen de veilige stadspoorten te geraken. Maar ook zonder dat plotselinge besef was daar de meer dan triomfantelijke glimlach van Jan die me vertelde van mijn aanstaande nederlaag. Een glimlach die de vastbeslotenheid van een trotse dichter verried om mij in deze compleet te gaan verpletteren.
Ik had mij op dat moment al kunnen overgeven. Ik had op mijn rug kunnen gaan liggen en mijn verlies kunnen bekennen, maar dat heb ik niet gedaan. Ik geef mijzelf tot vanavond half 10. Jan mag vanaf 9 uur persoonlijk de minuten gaan tellen om zijn gelijk te halen, maar eerder geef ik mij niet gewonnen. Niet officieel althans. Dus als iemand Jan Kal vanmiddag tegen het lijf loopt: vertel 'm nog even niet dat ik inmiddels ook wel snap dat hij een borrel van me tegoed heeft.

7 opmerkingen:

leon10 zei

24 minuten :-) (en ze zijn nu nog aan het klingelen, dus ik smokkel niet)

Leon10 zei

Bijna goed. Ik wist dat het geen volledig half uur was... 26 minuten dus...

Anoniem zei

DE DAMIAATJES BLUES
elke avond om negen uur
klinken de klokjes een half uur
ik heb De Damiaatjes Blues
De Damiaatjes Blues
De Damiaatjes Blues
die mijn gemoed steeds verwoest

't is een traditie die nergens op slaat
gebaseerd op 'n fictieve heldendaad
ik heb De Damiaatjes Blues
De Damiaatjes Blues
De Damiaatjes Blues
die mijn gemoed steeds verwoest

Heer, verlos ons van die straf
en zet De Damiaatjes af
ik heb De Damiaatjes Blues
De Damiaatjes Blues
De Damiaatjes Blues
die mijn gemoed steeds verwoest

© P.M. Delèfre

Bies zei

Gemoed... PM bedoelt daarmee denk ik gevoelsleven. Hoe kunnen die klokken nou je gevoelsleven verwoesten? En dan ook nog stééds? Bedoelt PM iets anders met gemoed, dan kom ik niet verder dan: krijg nou tieten!

Anoniem zei

 ge·moed het; o -eren het binnenste vd mens, zijn geestelijk gevoel: op iems ~ werken hart, gevoel; de ~eren raakten verhit de stemming

PM

Bies zei

Hee, eindelijk een echt beatgedicht van de beatdichter. Goeie beat, PM!

Unknown zei

In '93 woonde mijn toenmalige vriendinnetje, tegenwoordig mijn vrouw, op de hoek boven La Plume. Met dit weer (dirk 20 graden en een zonnetje) zaten we 's avonds in het open raam en dan kwamen die Damiaatjes. We hebben ons er nooit aan gestoord, integendeel. Als we de damiaatjes hoorden dan wisten we, we zijn thuis.