Bij het opruimen van een verhuisdoos die al ruim zeven jaar onaangeroerd in mijn werkkamer stond, kwam ik laatst ondermeer dit kleine ventje aan een - inmiddels flink verkleurd - touwtje tegen. Een gelukspoppetje. Ik schat dat ik hem al zo’n 25 jaar heb.
Ze waren ‘in’ destijds, die gelukspoppetjes. Ik zat in de brugklas of misschien in het tweede van het VWO van de Spaarne Scholen Gemeenschap. De SSG, door ons ook wel aangeduid als Spaarne Staats Gevangenis, niet in de laatste plaats vanwege het traliewerk waarmee de fietsenstalling was beveiligd. De SSG werd kort na mijn eindexamen omgedoopt in het Lourens Janszn Coster College als ik het wel heb en beleeft momenteel zijn laatste jaar als onderdeel van het Linnaeus College. Na dit jaar wordt de school aan de Zwemmerslaan gesloopt.
Mijn gelukspoppetje heeft in die tijd maandenlang en misschien zelfs wel een paar jaar – tijdsbesef verandert met de jaren – aan een lusje aan mijn spijkerbroek gehangen. Dat hoorde zo. Aan een sleutelbos kon ook.
Er waren klasgenoten die er veel meer hadden dan ik. Ik meen dat het Erwin was, die de grootste bos had. Tientallen gelukspoppetjes had hij. Erwin was ook degene die in de snelste tijd de Rubik’s Kubus in elkaar kon draaien – ook erg ‘in’ destijds. Ik ben een kwart eeuw later alsnog geneigd een verband tussen die twee te zien.
Ze waren ‘in’ destijds, die gelukspoppetjes. Ik zat in de brugklas of misschien in het tweede van het VWO van de Spaarne Scholen Gemeenschap. De SSG, door ons ook wel aangeduid als Spaarne Staats Gevangenis, niet in de laatste plaats vanwege het traliewerk waarmee de fietsenstalling was beveiligd. De SSG werd kort na mijn eindexamen omgedoopt in het Lourens Janszn Coster College als ik het wel heb en beleeft momenteel zijn laatste jaar als onderdeel van het Linnaeus College. Na dit jaar wordt de school aan de Zwemmerslaan gesloopt.
Mijn gelukspoppetje heeft in die tijd maandenlang en misschien zelfs wel een paar jaar – tijdsbesef verandert met de jaren – aan een lusje aan mijn spijkerbroek gehangen. Dat hoorde zo. Aan een sleutelbos kon ook.
Er waren klasgenoten die er veel meer hadden dan ik. Ik meen dat het Erwin was, die de grootste bos had. Tientallen gelukspoppetjes had hij. Erwin was ook degene die in de snelste tijd de Rubik’s Kubus in elkaar kon draaien – ook erg ‘in’ destijds. Ik ben een kwart eeuw later alsnog geneigd een verband tussen die twee te zien.
Ik had maar één gelukspoppetje, deze. Ik geloof niet dat ik minder gelukkig was dan Erwin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten