Na een paar dagen snotverkouden en koortsig voornamelijk binnenshuis te hebben doorgebracht, hield ik het vandaag echt niet meer. De zon wenkte.
Ik heb nog even overwogen lekker te gaan lopen, maar het onvolprezen buienradar vertelde me dat ik rekening moest houden met nattigheid. Vandaar dat ik de fiets heb gepakt, omdat die je nu eenmaal sneller bij een plaats om te schuilen brengt. Bijkomend voordeel is dat je op de fiets binnen kortere tijd verder komt.
Ik ben langs het Spaarne naar het noorden gefietst. Heerlijk! Langs het havenkantoor, de Klimmuur, het marineschip van scoutinggroep Prins Willem, de nieuwe Schoterbrug in aanbouw, de Hekslootpolder, de bunker bij Spaarndam, het gemaal bij Spaarndam, jachthaven De Rietpol, dat schattige ophaalbruggetje bij De Kolk, het beeld van Hansje Brinker en de sluis. Enfin, over een paar weken begint in Haarlems Dagblad mijn derde serie over het Spaarne, waarin dit alles nog uitgebreid aan bod komt.
Eenmaal bij de sluis, stond ik in dubio. Zou ik via De Liede langzaam terug naar Haarlem rijden of ging ik verder? Het begon behoorlijk te betrekken boven me. Goed, verder dus.
Ik koos voor een route langs Zijkanaal C naar het Noordzeekanaal, toen westwaarts over de Noordzeekanaalweg en vervolgens zuidwaarts via de Westpoortweg. Daar, vlak bij Ruigoord, wordt momenteel een nieuw windmolenpark aangelegd, zo zag ik. Een aantal van de reusachtige palen staat er al, inclusief het blok waar de rotoren aan horen te hangen. Maar de wieken zijn nog niet bij allemaal bevestigd. En dat levert een gek beeld op.
Zo zonder wieken hebben deze palen meer iets van gigantische beveilingscamera's. Of anders iets uit War of the Worlds.
Ik voelde me althans, heel eventjes, verschrikkelijk bekeken.
Nou was feitelijk ik degene die met een camera die dingen registreerde en niet andersom, maar toch.
Het dreigde inmiddels echt te gaan hozen en de wind was stevig en koud geworden, dus ben ik via de Machineweg toen toch huiswaarts gaan fietsen, richting Halfweg, met de pet over de oren. In de verte waren al indrukwekkende plensbuien te zien.
Boven mijn hoofd bleef het echter wonderwel droog. Sterker: zo nu en dan trok de hemel zelfs weer even helemaal open. En ik kan niet anders dan zeggen dat, met het zonnetje erop, de lente vandaag werkelijk van het landschap spatte!
Ik zag vrolijk fluitende vinken, roodborstjes en koolmeesjes, sportief vissende reigers, een struinende fazant (die liever niet op de foto wilde, maar ach...), lanterfantende pony's en twee over een vrouwtje ruziemakende mannetjes-Nijlganzen.
Zigzaggend door recreatiegebied Spaarnwoude (wat is het daar toch eigenlijk mooi) kwam ik langs prachtige doorkijkjes, weelderige weidelandschappen, hoogzwangere sloten en een allervriendelijkst berkenbosje.
Het moet een keer gezegd: de zilverberk is de liefst-ogende boomsoort die er bestaat. En elegant bovendien. Goedbeschouwd is ze de giraffe onder de bomen, eigenlijk...
En natuurlijk, er waren ook lammetjes.
Maar goed, zelfs de overvliegende Boeings leken vandaag iets vrolijks met zich mee te dragen. Dus dit kan ook heel goed allemaal koortsig na-ijlen van mijn kant zijn...
(Voor alle foto's geldt: vergroten door erop te klikken.)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten